vrijdag 21 december 2012

Zorro naar de dokter

De plek waar het allemaal om te doen was.

Zorro is zielig. Hij moest vandaag naar de dokter. Daar is ie eigenlijk nog nooit echt geweest, alleen toen z'n balletjes eraf moesten, maar dat zal ie allang verdrongen hebben. Het telt niet mee als ziekte of aandoening. Maar nu heeft ie eindelijk echt wat. Eens kijken, hij is ruim elfenhalf in mensenjaren. Moet je dat maal vijf doen, of maal zes? Zeven zal het niet wezen, want dat slaat op het aantal levens dat katten hebben. Laten we het voor het gemak maal vijf doen. Dan is ie toch al ouder dan ik.
Maar goed, vandaag moest ie dus naar de man met de witte jas. Hij heeft al ongeveer anderhalve maand een kale plek op z'n rechterachterpoot. Hij likt er niet aan, ik heb hem dat in ieder geval nog niet zien doen. Dan zou het een nerveuze trek van hem zijn. Die heeft ie dus niet. Het is de levenslust zelve, onze Zorro. Rennen en vliegen door het huis. De plek lijkt wel langzaam groter te worden. Ik heb het allemaal aan de dokter verteld.
Een kat naar de dierenarts brengen vergt de nodige voorbereiding. Zo heb ik vanochtend z'n reiskoffer alvast in elkaar gezet, zodat ie er af en toe al eens een kijkje in kon gaan nemen. Wat een grappig huisje, zag ik hem denken terwijl ie erin rondsnuffelde. Hij is er weer uit gegaan en er de rest van de ochtend niet meer in geweest. Er ligt een comfortabel kussentje in, dus ik zou het wel weten. Om halftwee was het zover en moest ie erin. Het ging zonder moeite.
Op reis dan maar. Omdat we veel te vroeg waren, kon ie nog lekker genieten van de avonturen in de wachtkamer. Daar stal ie wel de show, achter de tralies. 'Wat een mooie groene ogen,' zei een mevrouw op leeftijd met een snotterende grote hond met hangoren. Wel veilig achter die spijlen, want daar kwam een grote rottweiler de behandelkamer uit stappen. En naast hem in eenzelfde huisje als hij zat nog een poes. Zorro sloeg het allemaal met belangstelling gade.
Tot de deur weer openging en ie zelf geroepen werd: 'Zorro!' De man met de witte jas bleek een vrouw. Ze keek eens in zijn bek. Mooi gebit. Voelde hier en daar. 'Heeft ie altijd zo'n dikke buik?' 'Zo lang ik hem ken,' was mijn antwoord. 'Dan hoort het bij z'n bouw.' Ondertussen, ik had het niet door zo gauw, had ze een enorme kam tevoorschijn gehaald, van het formaat waar wij normaal een beetje mee tussen de plantjes van de border harken. Een kam in de vorm van een harkje. De Furminator. Een contaminatie van de Engelse woorden fur ('bont, pels, vacht') en terminator (een sciencefictionachtige benaming voor iets geweldigs dat alles kan). De Furminator werd nog een paar keer met nadruk genoemd, als betrof het een reclamespot. De vrouw in de witte jas ging er eens flink mee loos. Ik had Zorro thuis nog even met het stofkammetje gekamd om een beetje een nette indruk te maken maar wat deze mevrouw er met de Furminator allemaal nog af haalde, of beter gezegd, tussenuit haalde, want het was, zo zei ze, de ondervacht, sloeg werkelijk alles. Inmiddels lag er naast Zorro een berg haar zo groot als zijn eigen omvang. Maar wat dit nu met het probleem van zijn kale pootje te maken had, ontging me ten enenmale. 'Dan krijgt hij niet van die haarballen, waardoor hij moet overgeven,' was haar verhaal. Zorro gaf nauwelijks over. 'Heeft ie misschien daardoor zo'n dikke buik, van al dat haar dat hij opeet,' vroeg ik quasinaïef. Misschien had ik iets gemist in de almaar voortschrijdende veterinaire wetenschap. Nee, dat had er niets mee te maken. Die hele kam was natuurlijk een onderdeel van de show. Het was een mooie fooi, als ik dat apparaat na het consult zou aanschaffen. Want Zorro werd er wel heel mooi van, dat zag ik wel. Wat zou ze de volgende keer bedenken als extraatje.

Rustgevende veterinaire producten (verpakking en
folder: 'Dan kunt u het thuis nog eens rustig nalezen.').
Op de voorgrond de Furminator.

Het begon nu toch wel eens tijd worden om naar het pootje te kijken. Volgens de vrouw in de witte jas had hij zich daar toch kaal gelikt. Hij was duidelijk gestrest, dat kon je zien. (Ja, wat wil je, dacht ik, van dat hele dierenrijk in de wachtkamer.) De stress kon al ontstaan door andere katten die hij door het raam buiten zag lopen. Maar ook doordat ie te weinig te doen had. Ik kon bijvoorbeeld muziek voor hem aanzetten. Maar Zorro luisterde de hele dag al naar muziek: klassieke muziek van Classic FM. Hij moest in ieder geval wat kalmer worden. Dus daar gingen we wat aan doen en dan wilde ze hem na vier weken weer zien. Zorro kreeg om kalmer te worden in de eerste plaats voer mee, en verder moest er een stekker met een geurtje in het stopcontact, een feromoon waar mensen niet op reageren maar katten wel. Daar zou ie ook rustig van worden. En ik moest maar eens op zoek naar een zogenaamd activity board, waarbij de kat spelletjes moest doen om aan zijn eten te komen. En dan, ja, dan, zou de kale plek vanzelf genezen en als sneeuw voor de zon verdwijnen. Was dat geen mooi vooruitzicht. Ik kocht alles wat mij door de vrouw in de witte jas werd voorgeschoteld, inclusief de Furmimater à raison van 33,81 euro.

Terug van het avontuur, lekker gekamd en heerlijk rustig.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten