vrijdag 31 oktober 2014

Mosje

1984 - zomer 2001

En dan hadden we nog Mosje, de pratende kat. Hele verhalen kon-ie ophangen in z'n poezentaal, alsof-ie dat allemaal ook zelf had meegemaakt. Net een mens. Als je van vakantie terugkwam, zat-ie soms een hele dag onder het bed, verontwaardigd omdat je te lang was weggeweest.
Mosje, die we altijd voorzichtig naar binnen riepen als-ie op het balkon was, of dan maar gauw een andere naam gaven, als anderen het roepen zouden kunnen horen, zoals Dikke of Moos. Omdat de mensen waar we boven woonden de naam van Mosje als bijnaam hadden.* Maar onze Mosje heette al eerder zo, nog voordat we daar kwamen wonen, en een naam, die verander je niet zomaar, dat kan alleen bij Koninklijk Besluit, maar dat geldt alleen voor mensen.

* Een mus is een mos in het Katwijks dialect en een musje een mosje. De bijnaam is ontstaan doordat ooit een verre voorzaat van die mensen mussen geel verfde om ze als kanarie te verkopen. Toen die mussen hun veren begonnen te verliezen, kwam dat natuurlijk uit.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten