zaterdag 2 juni 2018

Rog


‘Hoe vind je dat nou? Dat wij ook naar die quinta gaan. Die foto van de kip heeft de doorslag gegeven voor Ineke.’
Adri appte mij een Katwijks zinnetje met een achteraan geplaatst bijwoord en of we dit soort grammaticaliteiten ook in het woordenboek opnamen en van het een kwam het ander. Ik stuurde een foto van een kip in de keuken met de mededeling dat we op de quinta zaten maar dat dat niks gaf.
Uurtje later hadden ze geboekt.
‘Wat leuk! Jammer dat wij dan alweer weg zijn.’ We hadden het over dat paleis in Estoi, hier vlakbij, en dat we aan de vis zaten in Tavira. Dorade en tonijn.
‘Tavira speelt ook een rol in mijn boek Verborgen en Estoi ook,’ appt Adri terug.


‘Die verse knoflook op de vis is zó lekker,’ zegt Wilma. ‘Wat zou dat groene spul zijn?’
‘Peterselie?’
‘Maar hoe vind je dat nou? Datte we ook die kant uitgaan?’
Ik vertelde alvast wat over de compound.
‘Mag je ook vijgen plukken?’
‘Ja, mag allemaal. We vinden het helemaal maf en leuk natuurlijk. Dat jullie deze kant op komen. Kunnen we na afloop, als we terug zijn allemaal, een avondje Quinta Corcunda met z’n vieren houden.’ Soort dia-avondje van vroeger.


Wilma poseert voor de veel te grote Citroën C-elysée die we gehuurd hebben. Gaat ook op de app.
‘Zo, blitse kar!’
‘Ja, we gaan ’m wel ruilen hoor. Te groot en te log met optrekken. Liever zo’n pittige Seat Ibiza.’
‘Staat de caravan rustig genoeg om lekker te schrijven?’ vraagt Adri.
‘Ja, helemaal apart. Een schrijvershut.’
Het is gezellig. Met een gezamenlijk reisdoel heb je veel te appen. In Fuseta, je mag het ook met een z schrijven, vanaf hier rechtdoor óver de kruising met de kustweg heen, daar kun je de lekkerste vis eten. We sturen een filmpje met daaronder: ‘In afwachting van de vis.’


Casa Corvo, en niet dat terras er vlak naast, daar moet je wezen. Daar zit het vol en staan de mensen in de rij, terwijl er op de andere terrassen nog ruim plek is. The winner takes it all. De ober die ons de eerste dag helpt heeft van die oud-Hollandse grapjes, dan tikt-ie je van achteren aan op je rechterschouder, knipoogt ondertussen naar je vrouw aan de overkant van de tafel en zet dan links van je de karaf met wijn neer. We eten zeebaars en zwaardvis. Giga vissen.
‘Mùrrege een rog. Die ben zòò gròòt. Mì-se twieje ete we die dan. Op.’
‘Rog, dat is mijn bijnaam. Van Beelen: hij is-t’r ien van de rog. Of van ’t rogje. Met De Vink hoefde dat niet. Ook niet met Grunstra.’*
‘Die mot je dan ààgelijk wel ete, de femilie indachtig.’
‘Ja,’ appt Adri, ‘dan moet ik in het Portugees om “um raio” vragen.’
‘Dat is goed, dat je dat zegt,’ app ik terug, ‘want we zagen net al een Duitse mevrouw vragen aan een tafel met Portugezen en ze kreeg in het Engels te horen dat die vis op tafel op een sole leek, een tong, maar dat is alleen hoe die zwemt over de grond. Raio onthouden we.’
‘Eu gostaria de comer um raio: ik zou graag een rog eten,’ appt Adri.
‘As ik maar uit m’n woorden kom. We schrijven het op.’


‘Gek, meestal eet je die van oktober tot en met december. Maar dat is in Nederland. In Portugal is het vast anders. En er zijn zo’n 450 verschillende soorten rog, dus je ken nog effe vooruit.’

Adri weet veel. Een wandelende encyclopedie. Hij krijgt gelijk. De volgende dag lees ik m’n briefje op.


En omdat we bij het filmen het eerste deel missen, nemen we nog een filmpje op. De ober speelt het spel voortreffelijk mee.



* De bijnaam Rog is nodig om de vele families Van Beelen (en Van Beele) die er in Katwijk zijn, uit elkaar te houden. Het is een functionele bijnaam. Zie hierover Leendert de Vink, Aan boord van een Katwijksche bomschuit in de achttiende eeuw. Het handschrift van Leendert Buijsertszoon van der Plas. Leiden 2012, pagina 11.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten