vrijdag 29 mei 2020

Het Katwijks woordenboek... volgende week ook in de winkel, maar nog eventjes geduld, tot D-day!


Ten voeten uit! Of hoe noem je dat? Van onze tekenaar Bert van der Meij, gisteren in De Katwijksche Post, treffender plaatje heb ik zelden gezien.

Door de toestand in de wereld zal het Katwijks woordenboek er iets later zijn, ook in de boekwinkel. Op 6 juni, D-day! Tot die tijd is het boek gewoon al wel te reserveren bij uitgeverij Primavera Pers.

vrijdag 22 mei 2020

Het gaat snel, met het Katwijks woordenboek. Reserveer 'm nu alvast!


Voor u misgrijpt! Een boek waar iedere Katwijker en niet-Katwijker veel plezier aan gaan beleven! Al was het maar door die heerlijke voorbeeldzinnen die erin staan. Zoals bij oetele, een woord dat 'stuntelen' betekent: Wat lòòp je weer te oetele mit-tat dienblaedje; de kommetjies gaen alle kante-n-op. Of knurref, in de figuurlijke betekenis van 'hoorn van het (vroegere vaste) telefoontoestel': Pak-tie knurref effe-n-op; we worde-n-ebeld! Nog een aardige voorbeeldzin hebben we bij de uitdrukking zitte te trauwe, dat 'genieten (van het eten, het zonnetje, enz.)' betekent: We zitte te trauwe zòò, mit 'n borreltje en 'n mòòi fillempje op-te tillevisie. (De uitdrukking zitte te trauwe verwijst naar de prettige en ontspannen sfeer op een bruiloft.) Enzovoorts, enzovoorts. Het Katwijks woordenboek is een boek om lekker doorheen te bladeren en te lezen welke soorten knip (voor de Nederlanders: een soort janhagel) er waren of welke rederijmerken van de bomschuiten, wat een trewullefje was en een verwullefje. Misschien woont u zelf nog wel in zo'n huis met een trewullefje of verwullefje. Een boek met een uitgebreid register, zodat je alles kan vinden, en weet dat je voor het Nederlandse brutaal onder de a en de moet zoeken, voor het Katwijkse astrant en onterjuin. Te veel om op te noemen. Een boek dat je er gemakkelijk even bij pakt als je iets hoort waarvan je denkt: is dat nou Katwijks?

Reserveer uw Katwijks woordenboek nu alvast door op de knop reserveren te drukken. De rest wijst zich vanzelf.

Het Katwijks woordenboek verschijnt op 3 juni bij Primavera Pers in een luxe gebonden editie, met linnen band en leeslintje. € 22,50 (deze aanbieding geldt tot 1 september, daarna wordt het € 24,90).

zondag 3 mei 2020

Een straatje in Parijs

Niek van der Plas, Stadsgezicht Parijs, 2017. Olieverf op doek, 38 x 46 cm.

De kunstenaar 'kan geen andere ambitie hebben
dan het onvergeetbare werk te creëren'.
(Jeroen Brouwers)


Uit dezelfde Parijse periode, ik bedoel dezelfde periode als van dat paviljoen in het Jardin du Luxembourg, is dit straatje van Niek van der Plas. Met weer dat licht in de achtergrond, dat ongrijpbare licht, waar je wel naartoe getrokken wordt maar niet bij kan. Is dat het geheim van de schilder? Ik weet het niet. Want ik zie nog meer. Al die mensen, in de straat en links op de terrassen. Met allemaal een lichtvlek op het hoofd. De zon. De zon die rechts het schilderij in valt, met mooie slagschaduwen, die de straat nog meer diepte, verte geven. Bomen die hemelhoog reiken en eindigen in een helblauwe naar groen zwemende lucht. Pure impressie. Bomen die de lucht kleuren. Bomen die de huizen, typisch Frans, nog hoger maken. Dat witte gebouw, wat verderop in de straat. Je zou er willen rondkijken, vertoeven. Aan alles zie je dat dit Parijs is, volgens de schilder ergens bij de Boulevard Saint-Denis. Maar dan nog, blijft het een impressie.
Typisch Frans is niet dat Franse vlaggetje – dat is te gemakkelijk –, wel de kiosk daaronder, de stoelen op het terras, van namaakrotan. Frans is ook de ober met zijn lange schort en zijn de goedgeklede Parijzenaars. Warm, met jassen. Zitten we in het voorjaar? Is het het einde van een mooie lentedag? De blaadjes aan de bomen zijn nog vers, lichtgroen. Frans is de reclamezuil,* de blinde muur daarachter. Vroeger zou je daar ook reclame op verwachten.

Er is nog iets aan de hand, en de schilder weet dit vast ook, want hou je het schilderij een beetje schuin, of makkelijker, kijk je er van de linkerkant tegen aan, dan zie je al die hoofden van al die mensen als een kleurige sliert, een waaier, hoe moet je het noemen, aflopend van breed naar smal. Wacht, laat ik de lezer van dit bericht een beetje helpen. Het valt niet mee het met de camera in beeld te brengen – het is stoeien met de scherptediepte –, maar dit is wat ik bedoel:


Zoals het stoeien is met de scherptediepte, is het dat ook met de kleuren. De kleuren van het schilderij aan de muur krijg je nooit hetzelfde op een foto. Je ziet dat al als je de foto's in dit blogje met elkaar vergelijkt. Het is maar net hoe het licht door de ramen valt, wat voor weer het is, een zonnige dag of een dag met regen, wat is de werkelijkheid? Het is als met de zee of met de lucht. Hetzelfde schilderij, hetzelfde plaatje, is iedere dag weer anders. En daardoor, juist daardoor, blijft het een plezier ernaar te kijken.

* Een zogenaamde 'Colonne Morris', genoemd naar Gabriel Morris, de drukker van theateraffiches. Ze bestaan al sinds 1868.