donderdag 29 december 2022

Helford Passage – South West Coast Path (19)

We leggen aan bij een verrijdbare loopplank. Als het vloed wordt, duwt de ferryman de loopplank wat meer de kant op – hij drukt de neus van de ferryboot ertegenaan en geeft vol gas.

Het strandje van Helford Passage ligt vol met bootjes, kano's, surfplanken, alles wat varen kan. Het is een vrolijk gezicht. Je zal hier wonen, in die huizen aan dat oplopende straatje. Zoals die mensen in hun voortuin. Een inham aan zee, met overal weer andere mooie plekken.

woensdag 7 december 2022

De Helford River over – South West Coast Path (18)

Een smal paadje leidt ons naar de ferry. Je kan elkaar er maar net passeren, de mensen die zijn uitgestapt en je tegemoetkomen en wijzelf die onderweg zijn naar de boot. Tussen hoge struiken lopen we verder. Ik weet niet of we nog een bordje hebben gezien, dat zal wel, dat daar de ferry is, daar verderop, maar dan komen we bij de steiger. Met een uitklapbord.


Het blauwe water van de rivier is vol met bootjes die voor anker liggen. Daar ergens tussendoor zien we dat de ferryman ons gezien heeft. Hij heeft een hondje dat de hele dag met hem meevaart, trouw aan zijn baas.

Het hondje, dat als er passagiers uit- en instappen snel de steiger op glipt en weer terug de boot in, mee wil helpen, meedoen met de baas, zenuwachtig bijna, druk bezig, om te zien of alles wel goed gaat, gedienstig, en als de boot weer wegvaart plat op de bodem gaat liggen en alles en iedereen in de gaten houdt, voor zijn baas.

Zo roep je de ferry op.

zaterdag 26 november 2022

Onderweg naar de ferry – South West Coast Path (17)

Op de punt van de Frenchman's Creek, of moet je zeggen aan de staart van de kreek, is een bruggetje om het stroompje over te steken, maar het water is bijna opgedroogd en wij lopen er zo doorheen. 

Ondertussen hebben wij alleen maar oog voor de betoverende omgeving. En maken foto's. Meer kun je niet meenemen hier vandaan. Wat we ondertussen zeker weten, terwijl we hier rondlopen, is dat we iets niet goed hebben gedaan in ons leven, of in ieder geval, op de verkeerde plek ter wereld zijn gekomen.

We zijn nog niet bij de ferry. En lopen langzaam. Daarom nog maar wat plaatjes schieten. Dat groen, dat lijkt wel van foto's gemaakt met Fuji-rolletjes van vroeger.


zondag 20 november 2022

Frenchman's Creek – South West Coast Path (16)

Een paradijselijk mooie plek is dit, de Frenchman's Creek, bij Helford. Als je de kreek uit vaart kom je op de Helford River. We moeten nog een klein stukje lopen en dan komen we bij de ferry die ons overzet. Maar daar doen we heel lang over, dat kleine stukje. Als je hier toch voor altijd zou kunnen blijven. 

Later ontdek ik dat hier een historische roman speelt, van Daphne du Maurier, met dezelfde titel als de kreek, uit 1941, in 1944 verfilmd. Het is het liefdesverhaal van een Franse piraat en een Engelse lady. Dat je er dan wat langer bij stil staat, of langzamer langs loopt, mag. Maar dat wist ik nog niet toen we erlangs liepen, van dat boek en die film. Ook zonder ervan te weten loop je hier al veel langzamer, met open mond. Er moet ook nog een cottage zijn, met de naam Frenchman's Creek, gebouwd in 1840, waar tussen de beide wereldoorlogen ook nog een schrijfster woonde, Clara Vyvyan, die het boek The Helford River schreef.* Een inspirerende omgeving kortom.

* Het boek is digitaal gearchiveerd en hier online te lezen.

zaterdag 12 november 2022

Muurtjes – South West Coast Path (15)

Tussen Wembury en de rivier de Yealm, waar de ferry je overzet naar Noss Mayo, was er een eindeloze muur. Meestal heb je het over muurtjes, als je in Engeland bent, of stapelmuurtjes, omdat ze met losse stenen gestapeld zijn. Maar dit, waar we nu langs liepen, konden we gerust een muur noemen. Door z'n lengte en strakheid, denk ik. Te netjes ook eigenlijk, daardoor viel hij meteen in het oog, maar toch gestapeld van losse stenen, die met zorg waren uitgezocht en in verband gelegd.

Ik moest denken aan wat James Rebanks daarover vertelt in Het herdersleven,* over het bouwen van muurtjes:

Terwijl ik over het landweggetje loop, zie ik een muurtje dat ik samen met mijn grootvader heb gebouwd.
Ik herinner me nog dat hij me leerde stapelen; ik zal zo'n acht jaar oud zijn geweest. Ik mocht de holte in het midden vullen met kleine steentjes, terwijl hij met zijn mollenhanden de buitenkant stapelde met harde, leiblauwe stenen. (...)
Ik keek hoe hij de stenen ronddraaide in zijn hand, op zoek naar de beste stapelkant, en ze dan om de beurt in de holte plaatste: de saaie, ongeliefde kant van elke steen naar het binnenste van de muur gericht, 'het gezicht' naar buiten. Hij plaatste een paar dwarsliggers over de breedte van de muur om te voorkomen dat die later zou gaan uitbollen. Hij moedigde mij aan om ze op te vullen met kleinere steentjes; met mijn kinderhanden stak ik de vuistgrote brokjes leisteen en rots vast.
Hij bewaarde geduldig de beste stenen voor boven op de muur en legde ze daar neer zoals ze eerder hadden gelegen, met de zilveren, gele en door de zon gebleekte mossen en korstmossen naar de hemel gericht.

En over de toeristen, of die dat allemaal ook zien:

De schapen voor mij staan nu stil; er lopen hen wandelaars tegemoet. De bezoekers banen zich met nerveuze blik een weg tussen de schapen door en passeren mij. Ze groeten. Ik groet terug. Dan lopen ze door, een van hen met een Wainwrightgids in zijn hand.
Ik vraag me af op ze oog zullen hebben voor de muur die mijn grootvader heeft gebouwd, of het ze kan schelen dat die er staat, of ze benieuwd zijn wie hem heeft gebouwd.

...een eindeloze muur.

* James Rebanks, Het herdersleven. Een verhaal over het Lake District. Amsterdam, 2016, pp. 57-59.

donderdag 3 november 2022

Bear Paddington – South West Coast Path (14)


De Official Paddington Store op Paddington Station was dicht die maandag de 19de september,* dus moesten we iets anders bedenken om aan onze toekomstige Engelse huisgenoot te komen. Jayne, de vriendin van Phil van Wembury Bay B&B, was zo lief de beer voor ons op te snorren en op te sturen. Verrassend snel was hij vervolgens door de Engelse douane, maar bij de Nederlandse douane bleef hij steken. Dat duurde wel drie weken, zijn verblijf aan de Loire 1 in Den Haag, in een groot gebouw van de afdeling Inklaring van het International Mail and E-commerce Center (IMEC) van PostNL. Zo dichtbij maar tegelijkertijd zo ver weg.** We dachten veel aan hem. Hoe hij daar op slechts zo'n 15 kilometer bij ons vandaan in een doos tussen de andere dozen lag. Dozen met Engelse zeep en dozen met Engelse theekopjes, met Engelse drop en bolhoeden, dozen met zuurstokken en potten met curry en cheddarkaas en marmelade. Marmelade... Gelukkig in dit soort situaties dat Bear Paddington altijd een sandwich met marmelade bij zich draagt, onder zijn hoed.

* De dag van de begrafenis van Queen Elizabeth II.

** PostNL stuurde ons een brief, gedateerd 14 oktober, met de vraag wat er in het pakje zat dat in Den Haag was aangekomen. In de brief staat dat dit via de website moet, en als dat niet lukt, dat je dan moet bellen, maar een telefoonnummer wordt niet gegeven. Via de website, met behulp van de track-and-tracecode, werkte het inderdaad niet. Dat was misschien ook al een beetje te voorspellen. De site van PostNL kan internationale track-and-tracecodes niet aan. Dan ga je op zoek naar het telefoonnummer, en dat is heel goed verstopt. Het bedrijf PostNL dat in Nederland over communicatie gaat, wil zelf het liefst vooral niet communiceren. Want tja, al die lastige klanten... Maar als je het telefoonnummer eenmaal hebt, ga je bellen.*** De mevrouw die je na dertig minuten te woord staat, vertelt je dan dat je een brief moet sturen naar de afdeling Inklaring van het IMEC waarin je aangeeft dat het hier een 'geschenkzending' betreft en dat de inhoud van het pakket 'een beertje Paddington (een teddybeer)' is. De brief ging 20 oktober de deur uit. Daarna krijg je nog twee keer (!) dezelfde brief die je al op 14 oktober al hebt gehad. Ja, PostNL houdt zijn postbodes wel aan het werk! En vervolgens hoor je niets. Track-and-tracecodes halen niets uit. Je moet bellen, om te vragen of de brief die je verstuurd hebt is aangekomen en waar het pakje nu toch blijft. Tot het vandaag op 3 november opeens bezorgd wordt. En wat blijkt dan... dat PostNL of de douane in Nederland helemaal niet leest (of niet kán lezen). Want wat staat er op de op het pakje geplakte CUSTOM DECLARATION onder 'Description of contents'?


*** Het telefoon nummer is 088-8686868. Kies vervolgens voor 'zakelijk', want kies je voor 'particulier', dan word je er alsnog uit gegooid.

maandag 24 oktober 2022

Whitsand Bay – South West Coast Path (13)

De vrouw die die ochtend haar hondje uitliet vertelde het ons, dat daar het mooiste strand was, voorbij Portwrinkle: Whitsand Bay. Te zien als het eb was. Maar het was geen eb, en daardoor zagen we weinig strand, maar er stonden wel heel veel huisjes, zomerhuisjes, kriskras door elkaar, waar je over kleine paadjes bij kon komen.

Soms kruisten de paadjes het kustpad of het kustpad de paadjes. Het ging alle kanten op, omhoog en omlaag. Net als in die cottage aan het einde van de kreek, tussen Noss Mayo en Newton Ferrers, kon je het vast lang uithouden hier, in zo'n zomerhuisje, met zulk uitzicht en een plankje boeken.

Ergens zo'n paadje af was er ook een café, waar een vriendin van de vrouw met het hondje werkte, het Cliff Top Café.


vrijdag 14 oktober 2022

Rame Head – South West Coast Path (12)

Ongeveer op het midden tussen Portwrinkle en Plymouth ligt Rame Head, een landtong, heuvel in zee, met daarop een kapel. Uit 1397. Er staan pony's om. Stil en schuw. Het is moeilijk om ze zonder andere toeristen op de foto te krijgen. Toeristen op platte schoenen. Die verraden dat er een parkeerplaats vlakbij is. Maar die zien wij gelukkig niet. Alleen de kapel en de pony's, op deze meer dan prachtige plek, met uitzicht naar alle kanten. Wat moet je er verder nog over zeggen? De pony's zijn dartmoorpony's.





dinsdag 4 oktober 2022

Portwrinkle – South West Coast Path (11)

Portwrinkle, met de bushalte aan zee, op Finnygook Lane.

In Portwrinkle waren we afgestapt, in juni, terwijl we tot Plymouth zouden lopen. Dat was ons doel.* Maar we pakten de bus en gingen nog eens terug naar Polperro. Om twee Cornische mokken aan te schaffen. En dan konden we ook nog even naar die leuke pub, waar we zo lekker gegeten hadden. Maar de pub was dicht en die mokken hadden we ook wel elders kunnen vinden. En Polperro, dat leuke plaatsje, voelde niet meer hetzelfde als toen we er voor de eerste keer waren. Hadden we nou maar gewoon doorgelopen, zoals het plan was.

Portwrinkle op 20 september.

Kortom: Portwrinkle begon te wringen. What's in a name. Begon zodanig te wringen dat we besloten dit laatste stuk, en nog een stukje extra, alsnog te gaan lopen. In september. Bij de 207 kilometer van juni konden we dan nog zo'n 40 kilometer optellen. Dat stukje extra was tot Wembury. En ook nog eens vanuit Wembury weer terug naar Plymouth, een kilometer of 13 voor stukken die we ooit hadden overgeslagen, strafkilometers.

Portwrinkle op 27 juni.

Bij dezelfde bushalte waar we ooit waren opgestapt naar Polperro, stapten we op 20 september weer uit. Om alsnog naar Plymouth te lopen. Er zaten een kleine drie maanden tussen, 12 weken om precies te zijn. Net als toen was het ook nu zonnig weer, bijna windstil, de bloemen van toen waren uitgebloeid, maar er bloeiden weer andere, nieuwe bloemen, en het pad, dat was geen steek veranderd, alsof je er gisteren nog op gelopen had en een dag later de draad weer oppakte.

Omkijken naar Portwrinkle.

Achteraf mogen we concluderen dat het laten schieten van de laatste etappe om twee aardewerken mokken niet voor niets is geweest. De kilometers die we nu alsnog gelopen hebben, plus nog wat kilometers extra, hebben ons tal van nieuwe ervaringen opgeleverd en een leuk stel vrienden. Waarmee maar weer eens bewezen is dat niets voor niets is in het leven.

Het uit 1909 daterende Whitsand Bay Hotel, dat in 2018 zijn deuren sloot en sindsdien te koop staat.

* Oorspronkelijk zouden we van Penzance tot Plymouth lopen, zo'n 240 kilometer.

maandag 26 september 2022

Noss Mayo – South West Coast Path (10)

Noss Mayo, met de kerk uit 1882.

In het dorpshuis van Noss Mayo zijn de ouderen druk bezig met de voorbereidingen voor de lunch. Het is de gezamenlijke maaltijd waarmee het winterseizoen wordt ingeluid, vertellen ze. We mogen gerust even binnenkijken in het verenigingsgebouwtje. Tafels, stoelen, en achter in de zaal een heus toneel, waarvoor nu een gordijn hangt. In het halletje om de hoek staan de toetjes al in de koelkast, zie ik. Dat wordt smullen.

Het dorpshuis, de Newton & Noss Village Hall.

Op een bord naast de ingang staat dat de Princess Royal het gebouwtje in 2007 opnieuw in gebruik heeft genomen.* De paar ouderen die buiten staan leggen ons uit dat de Princess Royal prinses Anne is, de dochter van Elizabeth en de zus van Charles. Ze liep maandag achter de kist, naast haar broer, vertellen ze nog ter verduidelijking. Nu weten we wie het is. Wij zaten gedurende de dienst in Westminster Abbey net toevallig in de metro, van Kingscross naar Paddington Station. Daar kwamen we in de twee minuten stilte terecht. Het was twaalf uur. We stonden in een grote kring in de stationshal, met de andere reizigers, de perronwachters en de politie. De trein die ons naar Plymouth zou brengen vertrok daar niet meer, dus moesten we opnieuw de metro in, naar Waterloo Station. Maar erg was dat niet. Want terwijl de meeste mensen boven de grond waren om naar de stoet te kijken, was het in de underground uitgestorven. Uiteindelijk kwamen we op dezelfde tijd als verwacht in de 'Ocean City' aan, nog vijf minuten vroeger zelfs.

Maar nu was het donderdag en waren we in Noss Mayo. Die ochtend waren we uit Wembury vertrokken over een klein stukje kustpad de heuvel over naar de ferry die ons over de Yealm Pool zou zetten. De 'poel' ligt op een driesprong tussen de zee, de rivier de Yealm en de Newton Creek.

De heuvel over.

Om aan de overkant te komen klap je een bord uit en dan ziet de ferryman dat je staat te wachten. Maar nu hoefde dat niet, want hij was juist aangekomen om een stel passagiers af te zetten, waardoor wij gelijk aan boord konden.

Op de terugweg later die dag moesten we het bord wel uitklappen. Het was een verrassing om de ferryman opeens uit het niets te zien verschijnen, tussen alle voor anker liggende bootjes op de rivier.

De Yealm Pool.

Noss Mayo ligt ten zuiden van de Newton Creek. Als je bent overgevaren kun je er zo naartoe lopen. Ten noorden van de kreek ligt Newton Ferrers. De kreek stroomt leeg bij eb en vol bij vloed. Het water komt van zee via de Yealm Pool. De twee dorpen met de bootjes ertussen vormen een wereld op zich.

Onderweg langs de Newton Creek.

De smallere zijkreek op de voorgrond, daarachter de Newton Creek en Newton Ferrers.

Er zijn twee doorwaadbare plekken over een betonnen dam. Zo'n plek noemen ze een voss. Een loopt er over een smallere zijkreek in Noss Mayo, een gaat er over de hoofdkreek naar Newton Ferrers. Een man voor het dorpshuis zegt dat we er nog wel overheen kunnen. Maar als we bij de voss komen, zien we een vrouw met een hond die al moet zwemmen. Ze zegt: 'It's now or never!' We doen onze schoenen uit en stropen onze broekspijpen op, maar komen niet ver. De betonnen dam is glibberig door de afzetting van klei en waterplanten. Dat gaan we niet doen.


We maken nog even een foto dat we het water zijn in geweest en besluiten om toch maar om te lopen. Om de kreek. Die ergens in een punt ophoudt. Opdroogt. Daar staat een mooie oude cottage, op instorten, zien we. Als je die toch kon opknappen en daar dan kon wonen, aan het einde van de kreek, met een boekenplankje met de mooiste boeken.

De cottage aan het eind van de kreek.

Newton Ferrers is minder idyllisch dan Noss Mayo, maar je hebt vanaf de overkant wel een mooi uitzicht op de mooiste van de twee. Na nog wat foto's is het tijd om terug te gaan, want we hebben gereserveerd in The Ship Inn, voor ónze lunch, niet ver van het dorpshuis.

The Ship Inn, aan de zijkreek in Noss Mayo.

Het is nog een heel stuk lopen, weer om de kreek. Tot we ingehaald worden door de man die ons de voss wilde laten oversteken. Hij heeft zich vergist in de tijden van eb en vloed, zegt hij. Maar daarvoor is hij niet naar ons toe gereden. Hij moest nog twee maaltijden brengen naar een paar ouderen in Newton Ferrers die ziek zijn en niet bij de gezamenlijke lunch konden zijn. Maar nu hij hier toch is wil hij ons wel een lift aanbieden. We maken er dankbaar gebruik van.  

Een mooi hoekje in Noss Mayo.

Onderweg vertelt hij waar hij woont, in een huis uit 1880. We rijden erlangs. Het is in dezelfde tijd gebouwd als de kerk hier op de heuvel.** In het huis woonde toen de caretaker, een soort conciërge, die koster was en de begrafenissen regelde. Toen waren hier nog heel weinig huizen. Nu is het oud en nieuw door elkaar.

Zo roep je de ferry op.

* Het gebouwtje dateert uit 1839, lees ik op de website. Tot 1882 was het een kapel, en daarna, tot 1959, was er een schooltje in gevestigd.
** De kerk verving in 1882 de kapel waarin nu het dorpshuis gevestigd is.