zaterdag 22 januari 2022

My way to English

Engels hadden we op het Pieter Groen College van de leraren Passchier en Segaar. De laatste was meegekomen van de Christelijke Opleidingsschool, in hetzelfde jaar dat wij als (deel van de) klas overgingen van de lagere school naar de middelbare school.* Segaar was een keurige man, een op-en-top 'Engelsman', zou je zeggen. Als je van hem les had, had je geluk. Met Passchier was dat anders. Van hem had ik les. Maar wij lagen elkaar niet zo, zodat ik helaas niet veel Engels van hem heb opgestoken. Je kunt wel zeggen dat ik ronduit een hekel aan het Engels kreeg en alles wat daarbij hoorde. Ik durfde pas naar Engeland te reizen toen ik al tegen de veertig liep. Die hekel aan het Engels heeft me weliswaar behoed voor de vele walgelijke soaps die in de jaren tachtig en negentig op de televisie hun intrede deden – die hoefde ik niet te zien! – maar heeft me ook veel vertraging bezorgd in mijn latere studie. Let wel: dit is iets anders dan wat er tegenwoordig van studenten wordt verlangd, om hun opleiding aan Nederlandse universiteiten en hogescholen in het Engels te moeten ondergaan. Daar ben ik, zoals de teneur van de laatste zin al doet vermoeden, fel op tegen.

Klik op het plaatje om de tekst te kunnen lezen.

Maar goed, Your way to English, dat was ons lesboek. En toen het niet meer hoefde op de middelbare school, dat Engels, deed ik het gauw van de hand. Weg ermee! Toch miste ik het later in m'n boekenkast, en dat bleef zeuren. Dat kwam door één hoofdstuk, dat over de Scilly-eilanden ging. Als ik daar in mijn latere leven toch eens naartoe kon.

Beide zaken zijn inmiddels vervuld. Op een rommelmarkt kwam ik het boek weer tegen en op de Scilly's ben ik ondertussen ook geweest, in 2008, met Wilma, zoals in het boek op pagina 44 staat: '... after a two and a half hours' voyage by steamer from Penzance...'. We zien dat mevrouw De Vries op diezelfde pagina behoorlijk is toegetakeld. Dat was al zo toen ik het boek kocht. Wie daar verantwoordelijk voor is, weet ik niet. Misschien een leerling die helemaal nooit oplette. Of het allemaal al snapte en dus veel tijd overhad. Ik ben wel blij dat hij of zij ervoor gezorgd heeft dat het op de rommelmarkt terechtkwam.

* Het Pieter Groen College was de naam die mijn middelbare school kreeg toen ik er een paar jaar op zat, daarvoor heette ze Christelijke Scholengemeenschap voor Atheneum en Havo. Ze was een dependance van het Visser 't Hooft Lyceum in Leiden. Nu heet de school kortweg Pieter Groen. De Christelijke Opleidingsschool was mijn lagere school. Een school met een naam als een klok, alsof het al de middelbare school was. Uit de degelijkheid en het huiswerk dat je meekreeg, kon je dat gemakkelijk afleiden. Een school die zijn naam eer aandeed.

1 opmerking:

  1. Mijn eerste leraar Engels (op Visser 't Hooft, Leiden) heette ook Passchier. Misschien was het wel dezelfde man. Een beetje hooghartige Noordwijker, niet echt aardig. Bij de eerste les moesten we eeen verhaaltje over een jongetje, Bobby Prout, dat zat te vissen uit het hoofd leren. Kan het nog zo opzeggen.
    Groet, Jaap.

    BeantwoordenVerwijderen