dinsdag 25 juni 2013

Het strand van Monsieur Hulot

Plage de Monsieur Hulot

Dat had ik toch niet kunnen bedenken, in m'n allereerste blogberichtje, dat het echte strand van Monsieur Hulot zo dichtbij lag. Vlak voor we op reis gingen ontdekte ik het in een oude gids over Bretagne. Van Valentin Plage naar Saint-Marc-sur-Mer* was het maar zo'n 30 kilometer rijden. Op de fiets nog een heel eindje. In Saint-Marc-sur-Mer vonden in de zomer van 1951** de filmopnames plaats van Les vacances de Monsieur Hulot. Ik wilde die plek wel eens zien.


Dus gingen we op weg. Heen en terug 60 kilometer fietsen op Franse fietsjes. Dat zijn kleine, lage fietsjes, met ook nog zachte banden. Soms lijkt het wel een lachfilm waarin we zijn terechtgekomen. Als je ermee omhoog trapt, zitten je knieën in je nek. Op het laatste stuk, voor Saint-Marc, wordt het nog behoorlijk steil, en ga je bergafwaarts, dan is het soms net of je door je achterwiel wordt ingehaald, zeker als je een beetje bijremt met die zachte banden, zo slip je. Ik moet steeds denken aan die autootjes in de film die elkaar passeren en hou het verkeer van alle kanten, maar vooral ook de berm, goed in de gaten.
Als we in het plaatsje aankomen, rijden we eigenlijk als vanzelf het strand van Monsieur Hulot op, naast het hotel. Alsof alle wegen daarnaartoe leiden. Het brengt een lichte siddering teweeg. Net of je even in de film zit. Want dit is de plek, rechts van het hotel, waar ruim zestig jaar geleden ook het autootje van die beroemde vakantieganger stilhoudt. Waarna hij het hotel binnenstapt en alles begint te waaien wat maar waaien kan, papieren, snorren en de straal van de thee die wordt ingeschonken.


We staan daar niet alleen, naast het hotel. Want wat een herrie komt er van het strand! Honderden kinderen doen er mee aan een handbaltoernooi. Overal zijn handbalveldjes gemaakt met over het zand gespannen linten als belijning en opgeblazen doelen. Daartussen handdoeken en hopen met kleren en nog heel veel meer kinderen en hun ouders en begeleiders. Ook de rotsen in zee zitten er vol mee. Er worden halsbrekende toeren op uitgehaald. Dat we vooral niet denken dat we het strand van meneer Hulot alleen voor onszelf hebben op deze zondagmiddag. Boven het geschreeuw en geren uit is er nog, zó Frans, het onverstaanbare geschetter uit de tientallen luidsprekers die staan opgesteld, als op het station in de film, waar drommen toeristen steeds weer van perron moeten wisselen, trap op trap af. Dat hebben ze erin gehouden, de Fransen, want wat er uit de luidsprekers van Franse stations komt is anno 2013 nog steeds niet te verstaan.


Zestig jaar na dato is het in Saint-Marc nog net zo'n gekkenhuis als toen. Een in brons gegoten Monsieur Hulot ziet het aan. Met op de achtergrond het hotel. Daar zijn we natuurlijk nog even naar binnen geweest, al was het alleen maar om te plassen. Aan de buitenkant zijn de contouren van het hotel nog duidelijk herkenbaar, maar de rechtervleugel, met de twee bovenramen, is er later bij gebouwd. De stenen borstwering aan de zijkant onder het terras is inmiddels witgeverfd – 'even aanraken' –, daarboven is de muur trendy grijsblauw geschilderd. Het gedeelte met de zijingang, waar Hulot naar binnen gaat, bestaat niet. Het was speciaal voor de film aan het hotel gebouwd. Binnen herinnert niets meer aan het interieur van de houten lambriseringen van destijds. Achter de bar hangen nog wel wat foto's in glimmend gepoetste lijsten, maar voor een ansichtkaart worden we naar de bar-tabac gestuurd, een stukje terug in de straat. Monsieur Hulot zal er vast zijn langsgeraasd met z'n karretje.


Saint-Marc gedenkt de acteur en cineast met ere: de figuur in brons kijkt naar het strand dat zijn naam draagt, en het gemeentehuis is aan de Place Jacques Tati gevestigd. Daar is deze zomer van 6 juli tot 1 september naar aanleiding van het zestigjarig bestaan van de film een tentoonstelling te zien.


* In verband met foto boven: Saint-Marc-sur-Mer valt bestuurlijk onder Saint-Nazaire.
** De website van de gemeente Saint-Marc vermeldt dat Jacques Tati voor het maken van de film eind juni 1951 in het plaatsje neerstreek. De professionele acteurs die meespeelden, waren op de vingers van één hand te tellen. Alle anderen die een rol hadden, waren inwoners uit Saint-Marc. Tati had de locatie uitgekozen aan de hand van een ansichtkaart. In Saint-Marc vond hij zo'n beetje alle ingrediënten die nodig waren om de film te maken: de zee, de rotsen, het strand, het hotel en de vakantiekolonies. De film ging draaien vanaf 25 februari 1953.

3 opmerkingen:

  1. Dat muziekje is natuurlijk geweldig gekozen, nog eens een extra grap eigenlijk over die hele film met grappen heen gedrapeerd, want de titel is 'Quel temps il-fait à Paris?' ('Wat voor weer zou het zijn in Parijs?'). En het melodietje heeft iets uitdagends, van ha ha, wat voor weer zou het daar nou zijn, vast niet zo mooi als hier? Want 1953 moet wel een heel zonnige zomer geweest zijn in Saint-Marc-sur-Mer, in ieder geval tijdens de opnameperiode.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dat wordt dus tijd om deze film te gaan zien. Natuurlijk ken ik 'm van naam, maar daar blijft het bij, moet ik met schaamrood op de kaken erkennen. Ik ben inmiddels in het stadium dat ik vooral naar oude films kijk, dus dat moet goed komen.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. De dvd die van de film gemaakt is, is zeer de moeite waard. Met behalve de gerestaureerde versie van de film vele extra's: een film over de opnamedagen, over wat er allemaal extra werd gebouwd en verbouwd aan het strand van Saint-Marc, over de vele grappen en effecten, een film over de restauratie, enz. enz. En dan die hele sfeer, het Frankrijk van die dagen, prachtig!

      Verwijderen