zaterdag 17 augustus 2013

Scrabbelen – Wat ik mis (12)

Scrabbelen. Dat doet me altijd denken aan m'n oma. Je kon niet bij d'r langsgaan of het was: 'Leen, heb je zin om een spelletje te scrabbelen?' Je had niet altijd zin in zo'n hele pot scrabble, maar je deed het toch, omdat je wist dat je haar er een plezier mee deed.
Er werd thee gezet en dan kwam er zo'n hoge, geelwitte plastic bus, of emmer, op tafel, waarin vroeger de frietsaus gezeten had. Daarin zaten de lettertjes. Het originele zakje voor de letters was kapot of weggeraakt. En verder kwam er een nog door m'n opa gemaakte houten molen op tafel: een vierkant blok van ongeveer 12 bij 12 centimeter met een gat in het midden, een in het hout verzonken ijzeren huls. In dat gat, die ijzeren huls, kwam een pin. Dat was een bout waarvan de schroefdraad afgevijld was. Die bout ging door twee kruiselings over elkaar gelegde dunne balkjes, in het midden door een kruisverbinding met elkaar verbonden. De zeskantige kop van de bout zat verzonken in het balkje dat in de kruisverbinding over het andere balkje liep. Op elk van de vier uiteinden van de balkjes was een klein opstaand balkje aangebracht, van ongeveer twee centimeter hoog. Het was met een koperen spijkertje vastgetimmerd met daartussen houtlijm of bisonkit. Dat zag er ongeveer zo uit.


Daartussen werd het scrabblebord gelegd, met de opstaande balkjes in het midden van de zijkanten van het bord. Je kon het dan ronddraaien en naar je toe draaien als je aan de beurt was. Voorzichtig, want het wiebelde.

Ik zie m'n oma nog de letters pakken, met haar hand in die bus. Een voor een en soms twee of drie tegelijk, ondertussen kijkend welke letters ze erbij gepakt had, nadat ze aan de beurt was geweest, en ook alvast weer kijken, door haar bril en over haar bril, terwijl ik nog aan de beurt was en aan het nadenken, van de letters in haar hand en op haar plankje naar het bord, wat ze straks zou aanleggen. Heel gedreven, helemaal in het spel.
Ze wou ook altijd wel heel graag winnen en kwam soms met hele vreemde woorden, waarvan ik nog nooit gehoord had maar die dan volgens haar bestonden. Ja, m'n oma was heel fanatiek met scrabbelen. Ze probeerde het ook altijd wel zo te sturen dat ze zelf op de rode vakjes zou komen, met drie keer de woordwaarde. En hoe vaak ik haar plankje niet heb zien leeggaan, voor vijftig punten extra. Nee, er viel niet makkelijk te winnen van m'n oma.

Altijd maar scrabbelen. Op een gegeven moment, na heel veel jaren scrabbelen, waren de letters op de blokjes zo ver weggesleten en vervaagd dat ik ze met een dun penseeltje opnieuw heb ingeschilderd. Ik denk dat dat al zeker dertig jaar geleden is, maar ik weet nog hoeveel kramp in m'n handen me dat bezorgde.

De balkjes van de molen pasten op de een of andere manier nog in de scrabbledoos, maar dat blok niet meer. Dat lag erbovenop, net als de bus met lettertjes, die erbovenop stond. De scrabbledoos, waarvan de deksel kapot was en aan alle kanten bij elkaar gehouden werd met schildersplakband.



Ik zie het allemaal glashelder voor me, een blauwige scrabbledoos, ik weet het weer, niet het originele spel maar Boardscript, van Jumbo. Die molen die m'n opa gemaakt had. Afgelakt met vernis. Als ik aan m'n opa denk, denk ik aan balkjes, houtjes, mastjes voor z'n bomschuitjes, vernis en koperen spijkertjes. M'n oma die de zeiltjes naaide. Als dat stel uit Parijs dat die bootjes voor op de vijver in het Jardin du Luxembourg maakte.

1 opmerking:

  1. Ik wel eens een potje gescrabbeld met Prretje. Voor het eerst zag ik hoe blind fanatisme bezit nam van een in andere hoedanigheden aimabele persoon - normale woorden werden afgekeurd, riducule woorden van die kant altijd goedgekeurd, spelregels werden vervangen door een eigen intepretatie, en de avond kon alleen gered worden als de gastvrouw won. Ik besloot het scrabblebord nooit meer aan te raken.

    BeantwoordenVerwijderen