donderdag 21 april 2016

De klassenfoto – Lagereschooltijd (8)

Christelijke Opleidingsschool, klas 6B (1973-1974).

Daar zitten we dan, op de rood-met-geelgewolkte vloer. Klas 6B, van de lichting 1968-1974. Even kijken of ik ons allemaal nog weet. Mijzelf, links bovenaan, dan Arend van Duijn, Gerard van Duijn, Gijsbert Aandewiel, Piet Grotendorst, de onderwijzer, die in Drenthe is gaan wonen. Een bovenste beste! Wij mochten natuurlijk geen 'Piet' zeggen, maar moesten 'meneer' zeggen en geen 'meester', zo modern was onze school dan wel. Op de tweede rij van boven zien we Willeke van der Oever (of: van der Plas), waar ik in de tweede klas naast zat en nog een foto van heb waarop we allemaal een appel eten – dat zal wel zo'n actie van 'Snoep verstandig, eet een appel' geweest zijn. Dan Hanneke Verdoes, op wie we allemaal verliefd waren, en Arenda van Egmond, op wie we ook allemaal verliefd waren, helemaal uit Rijnsburg iedere dag op de fiets. Zij woonde in het witte huis met die grote kleurige papegaai op de zijkant geschilderd. Aan de Rijnsburgerweg, voorbij de splitsing tegenover de oude hallen van bloemenveiling Flora, daar aan de overkant. We hadden er een keer een feest. Het huis is later afgebroken en nooit meer opgebouwd. Er is nu een parkeerplaats met Mercedessen. Ik heb even navraag gedaan bij de buren van die parkeerplaats, een familie De Mooij. Die konden inderdaad bevestigen dat daar dat huis stond. Er was een dierenwinkel bij. Dat verklaart natuurlijk die papegaai. Er moet ook nog een bord met P. Sluis vogelvoeders gehangen hebben. Na Arenda zien we Jeanet van Egmond, van de kruidenier – of mocht je dat al een supermarkt noemen, want je mocht alles zelf pakken – in de Koninginneweg, dan Ageeth, waarvan ik de achternaam kwijt ben, dan een klasgenoot waarvan ik de hele naam niet meer weet – of misschien dat zijn voornaam Wim was; hadden zijn ouders misschien een tegelhandel? De volgende is Bram van der Meij, dan weer een die ik niet meer weet – ik denk een Jan, een Jan van der Plas misschien wel – en als laatste in de rij Kees Hoek. Op de rij daaronder Nel Wassenaar, Heleen Dijkhuizen, Peter van Duijvenboden, die schrijver geworden is, dan eentje van wie ik de naam kwijt ben – misschien ook wel een Jan –, daarna Theo van der Plas, die toen al motoragent wilde worden en dat dacht ik ook geworden is, Hans de Mol, Hudie Ouwehand, Albert de Vink, een neef van mij, en als laatste weer een naamloze, of heette die Arie of Wim? Op de rij op de grond de dochter van de poelier in De Waalmalefijtstraat, met de achternaam Sterk, maar wat was haar voornaam? Dan als tweede iemand die ik vergeten ben, en ook als derde. Verder Herman van Rhijn, Tonnie de Mol, Arie Schaap, Gerco Klok, Bram Verloop en Carol Bouwman, die in de 'Groene Pannen' woonde, of daar net voorbij, in de bocht. Haar vader was advocaat. Het een na laatste meisje heette volgens mij Marja, met als achternaam, als ik het goed heb, Brouwer. Van het laatste ontbreken voor- en achternaam.

Leven we allemaal nog? Wat is er van ons geworden?

Het viel niet mee om al die namen weer in m'n hoofd te krijgen. Toen ik de foto uit m'n fotoalbum haalde om 'm te scannen, dacht ik nog, wat moet dat worden. Maar in de dagen dat ik naar de publicatie van dit bericht toe leefde, plopten er steeds meer op, meer dan er een paar jaar geleden zouden zijn opgeplopt, denk ik. Het zal de ouderdom zijn. Hoe ouder je wordt, hoe meer er van vroeger terugkeert in je hersenpan, of kan ik hier beter zeggen: wordt teruggevonden. Het moet een puinhoop zijn, in die bovenkamer, al die jaren...


Van Jacqueline van Duijvenboden kreeg ik als reactie nog deze foto toegestuurd. Er ligt een bord bij de vuilnis met daarop WORMEN MADEN. Het was dus inderdaad een dierenwinkel. Ze hadden er zelfs aapjes, zoals Jacqueline op hieronder en op Facebook schrijft. Je kon het goed zien, die papegaai op het huis als je er met de bus langsreed, en ook nog een vis. Arenda woont tegenwoordig in Frankrijk, haar zus in Engeland.

Van Marjan Leemans-Arnoldus kreeg ik nog de volgende oplossingen: Willeke van der Oever is inderdaad Willeke van der Oever. De dochter van de poelier heet met haar voornaam Linda. En het meisje rechts onderaan is Rienet van Rijn, van de bakker in de Princestraat. Ja, we komen er wel, als iedereen wat roept.

De laatste dame is toch niet Rienet van Rijn. Peter geeft hieronder het complete en juiste overzicht. Super! Onderzoek afgerond. Hoewel, nu nog een kleurenfoto van het huis met de papegaai! Wie heeft hem?

zaterdag 16 april 2016

De Highlandgames


We zijn ook een keer naar de Highlandgames geweest. Dat was in de Keukenhof. Ik moet eigenlijk zeggen, bij Kasteel Keukenhof, want je kunt je moeilijk voorstellen dat ze tussen die lieftallige tulpen met boomstammen gaan gooien of keien gaan werpen. Dan ben je nergens meer met je rollator of rolstoel. Ervan uitgaande dat een flink deel van de Keukenhofbezoekers op leeftijd is met de bijbehorende vormen van slijtage en gebreken. Dus doen ze dat zware-dingen-gooien aan de overkant van de weg waaraan de bloementuin ligt. Bij het kasteel.


Er renden ook honden om schapen heen, om ze bij elkaar te houden. En er traden mannen in rokken op, met een doedelzak. Het geluid van die doedelzakken is prachtig. Een sonore grondtoon, je hoort dat de instrumenten zich vullen met lucht, dat duurt een paar seconden, misschien wel tien, en dan begint het, en mooi als het er dan veertig zijn of zo, met die muziek, dat massale geluid. En roffels op strak afgestelde snaredrums. Er was een tentenkamp, een markt, een beetje blubberig, maar dat hoort erbij, met veel landlevenproducten en andere quasiauthentieke spullen. Kleren uit oude tijden, helmen en zwaarden, kleden en dekens, kaarsen, honing, hammen, ringen en halskettingen met runentekens, en hier en daar een oude ambachtsman of -vrouw die dat fantasievol in elkaar aan het zetten was. Een kakafonie aan spullen en uitbeeldingen van hoe het misschien ooit waarschijnlijk wel eens geweest zou kunnen zijn. Gezellig, maar de meeste kramen loop je zo voorbij. Je trekt eens een oude landlevenjas aan of zet een helm op, neemt een bak koffie met een of andere stevige haverkoek, en zo banjer je daar dan tussendoor.

donderdag 14 april 2016

Op bezoek in het ziekenhuis (2003)


Het was niet alleen maar kommer en kwel in het ziekenhuis. Deze foto maakte ik van het bezoek dat langskwam. Daarvoor moest ik dan wel even stiekem m'n bed uit.

In de tijd van de analoge foto's kon je niets met zo'n foto, want bloggen bestond nog niet en Facebook ook niet. Het was een andere tijd. Niet minder leuk dan deze tijd. Niet afgeleid door alle sociale media las je natuurlijk wel vaker een boek.

maandag 11 april 2016

In het ziekenhuis (2003)

April 2003.

Het vertalen van (de) Kappie, de wekelijkse strip in De Katwijksche Post, ging gewoon door vanuit het ziekenhuis. Ik geloof dat het precies goed uitkwam, dat ik er tegen het weekend in kwam en dat, toen dinsdag Bert* belde hij het niet eens doorhad dat ik erin lag. Omdat ik alweer een paar dagen bij kennis was.

Het zou inderdaad het mooiste zijn als alles gewoon door kon gaan als je in het ziekenhuis lag. Maar dat kan niet. Even mag je helemaal niet meedoen met het draaiende houden van de wereld. Ik denk dat dat nog wel het allerergste is van in een ziekenhuis liggen, dat je afgesneden bent van de buitenwereld. Het enige contact is bezoek, de krant, tv en telefoon. Maar daar heb je allemaal niet veel tijd voor, want je moet rusten en genezen. Daarvoor lig je daar. Het is dus ook helemaal niet de bedóéling dat je je bezighoudt met wat er buiten de muren van het ziekenhuis gebeurt. Dus als je dan – toch, of desondanks – een Kappie mag vertalen vanuit je ziekenhuisbed, voelt dat geweldig.

In 2003, toen ik Kappie vanuit het ziekenhuis vertaalde, bestond de strip zo ongeveer een jaar of twee. Dat wordt dit jaar dus al een jaar of vijftien.** Mocht ik 75 jaar worden, dan heeft Kappie nu al een vijfde deel van mijn leven in beslag genomen. Word ik 60, dan zelfs al een kwart. En val ik morgen om, dan meer dan dat. Hoe je het ook wilt zien, zo'n stripje vertalen maakt je er maar mooi van bewust hoe kort het leven is. Of om het met de woorden van de psalmdichter van psalm 89, vers 19 (berijmd) te zeggen: 'Het leven is een damp, de dood wenkt ieder uur'.

* Bert van der Meij is de maker van de strip.
** Of zijn we de vijftien jaar al gepasseerd? Vijftien jaar lang, iedere week weer. Het is een constante, net als eten en drinken. Heel soms, als Jaap van der Marel het niet overneemt, gaat het ook door als je op vakantie bent, maar daarover later meer.

donderdag 7 april 2016

Je krijgt er een tafeltje bij


Bij dat mooie boek over de eregallerij in het Rijksmuseum (ik zet daar geen spatie in, in dat woord) krijg je een tafeltje van mangohout. Da's handig. Als je plek hebt voor het tafeltje, heb je dus ook plek voor het boek.


Het filmpje op YouTube is grandioos. Vooral op groot scherm.

zaterdag 2 april 2016

Na de reünie


Na de reünie, op die zomerse middag op het plein van m'n ouwe school, namen Jan en José me op sleeptouw. Naar de duinen. Anders zou ik in een gat vallen. Ja, ik lach wel op die foto met m'n oude klas, maar net twee maanden daarvoor lag ik nog met een dubbele maagzweer in het ziekenhuis. Na een lange rit met de taxi, waarbij ik het bewustzijn al bijna begon te verliezen, strompelde ik begin april 2003 het ziekenhuis binnen. De waarde van mijn Hb was gezakt naar 5.* Ik kon nog net op tijd op de grote rode knop naast de deur van de EHBO drukken, viel als het ware naar binnen, en werd meteen op een brancard gelegd. Ik denk dat ik daar nog wel zelf op ging liggen, maar daarbij  ook geholpen werd. Van wat daarna gebeurde, weet ik niets meer. Ik werd wakker in een bed met allemaal slangen aan mijn lichaam en ernaast een standaard met twee zakken bloed en een zak met een maagzuurremmer. In de middeleeuwen zou je hieraan doodgegaan zijn. Ik lag een week in het ziekenhuis. Toen de wonden van de maagzweer dicht waren,* mocht ik weer langzaam eten en moest ik wachten tot mijn poep weer de gewone kleur kreeg. Bij een maagzweer is die gitzwart door het verteerde bloed dat meekomt uit de maag. Ik kreeg veel bezoek en Korrie en Willem verzorgden de poezen. Ondertussen, in die week in het ziekenhuis, was ik me er goed van bewust geraakt dat het maar een haartje gescheeld had of ik was er niet meer geweest. Vanaf het moment dat ik weer naar buiten mocht zou ik mijn leven drastisch omgooien.

Direct uit het ziekenhuis kocht ik nieuwe kleren, maar die pasten me al gauw niet meer, omdat ik in het ziekenhuis kilo's afgevallen was. Dat was behoorlijk stom van me. Ik kocht een nieuwe fiets, een toerfiets met achttien versnellingen, waarvan ik er al gauw niet meer dan vier kon gebruiken. Koop nooit een Giant, het is rotzooi.


Maar die middag, die namiddag, moet ik zeggen, die mooie zomerse namiddag, na de reünie, in de duinen met Jan en José, vergeet ik nooit meer. We liepen er over de Muur en boven op een duintop zagen we herten.

Ook deze foto's, van na de reünie, zijn weer uit de analoge tijd. Je bent er wel even naar op zoek. Ze zitten allemaal in dozen, foto's waar je al die tijd niks mee deed, want bloggen bestond nog niet. Je bladerde die dozen eens door, zo af en toe, misschien één keer in het jaar. Dan kwam er weer een beetje lucht tussen, of als je natte vingers had, omdat je net je handen had afgedroogd en ze toch nog nat waren, zaten er het jaar erna een paar aan mekaar. Die moest je dan weer losweken onder de kraan en drogen in het afwasrek. Dat was toen. Nu zit het allemaal op een kaartje, in je fototoestel, en in de computer. Wie drukt er nog af? Ze zijn er rijk van geworden, de fotografen, in de laatste jaren vooral de HEMA. Nu hou je geld over, zou je zeggen. Als bijvoorbeeld de gemeentelijke belastingen niet ieder jaar omhooggingen. Want dat weten ze hoor, bij de instanties, dat jij je foto's niet meer allemaal hoeft af te laten drukken om er met een glimlach doorheen te bladeren.

* Dan verlies je bijna het bewustzijn. De minimale waarde voor een man is 8,5 en voor een vrouw 7,5.
** Die wonden gaan dicht door een maagzuurremmer die een soort laagje op je maagwand maakt. Daarna krijg je nog een kuur van twee soorten antibiotica om de heliobacter pylori-bacterie te bestrijden. Die kuur gaat nog door als je het ziekenhuis al verlaten hebt.