vrijdag 25 oktober 2019

Het pak, de schoenen en de jurk


Trouwen, daar kunnen we niet lichtvoetig over doen. Zo'n verbond in het huis van de gemeente is een serieuze zaak. Had ik nog een pak? We namen het mee naar Schuitemaker in de Princestraat. Ik trok het aan en gelijk was duidelijk dat het om me heen was gaan slobberen. Dan maar een nieuw. Het was rustig in de winkel, dus we hadden alle tijd. Maar ook zonder die tijd word je hier altijd goed geholpen. Het pak waar ik bij uitkwam, zat als gegoten. 'Ik denk dat ik het na ons trouwen gewoon aan hou. Veel beter dan gewone kleren.' Alleen het overhemd nog even innemen... Een overhemd innemen? Ja, dat was voor mij ook nieuw. Dat zit toch verstopt, onder je jasje? 'Nee, maar als u het jasje uittrekt, dan ziet u het.' Ja, daar zat wat in. Niet dat ik dat van plan was op deze belangrijke dag. Mijn aanstaande was er ook heel blij mee, met mijn nieuwe pak. Haar jurk mag ik niet zien, maar zij mijn pak wel. Dat zijn de voorschriften, de riten, en ik wil ze graag zo houden, want het is een serieuze zaak, trouwen.

Er was nog een kleine discussie gaande tussen onze kleinkinderen Ronin van zes en Indy van negen jaar, over de kleur van de jurk. Indy vroeg zich dat af, wat voor kleur die zou hebben. Waarop Ronin zei: 'Wit natuurlijk. Een trouwjurk is altijd wit.' Zo van, dat snap je toch wel, daar hoef je toch niet over na te denken, hoe kun je zo dom zijn om te denken dat een trouwjurk een andere kleur heeft.

Dat pak was allemaal vrijdag. Zaterdag was het veel drukker in de Princestraat. We gaan naar Haasnoot, om mijn schoenen op de leest te zetten. Misschien kunnen ze onder mijn trouwpak. Maar ik begeef me op gevaarlijk terrein. Want als ik de schoenwinkel binnenloop, dwalen mijn ogen gelijk al af, en die van mijn aanstaande ook, zie ik, want ik ben een schoenenfetisjist, en mijn aanstaande misschien ook wel. Ik geef de schoenen die op de leest moeten aan de mevrouw achter de toonbank. Ze gaat er met haar hand in. Voorin zit een hard randje. 'Ja, ze zijn eigenlijk nooit gedragen,' vertel ik, 'omdat ze van toen ik ze kocht al knellen. Kijk maar, de zolen zijn nog helemaal nieuw. Staan al vijf jaar in de kast. Misschien kunnen ze onder mijn trouwpak.' Maar ondertussen heb ik al veel mooiere schoenen gezien voor onder dat pak. 'Een week zet ik ze voor u op de leest.' Ik ben ze al helemaal vergeten, die schoenen voor op de leest. Ik zie een mooie blauwe en een mooie bruine schoen. 'U mag ze wel even meenemen hoor, naar Schuitemaker.' Daar hou ik ze onder mijn pak. Ja, veel mooier. En het personeel is het met ons eens. 'Die. Ja, die moet je doen.' Helemaal af. Terug naar Haasnoot. Normaal heb ik maat 45. Voor de zekerheid pas ik ook nog een halve maat groter. 'Nee, dat worden clownsschoenen.' Toch 45. Mooie schoenen, van mooi soepel leer. Weer een stap verder naar de grote dag.

donderdag 10 oktober 2019

Onze Amerikaanse vrienden – de Cotswolds 4

We maakten foto's van elkaar.

Voor Wilma

Aan de ontbijttafel in Naunton kwamen we ze tegen, voor het eerst. Onze Amerikaanse vrienden. We raakten in gesprek. Met Don en Lenore en Chuck (van Charles) en Shirley. Het voelde als familie – we noemden elkaar 'our family'. Ze gingen niet zo hard als wij. Maar altijd kwamen we ze weer tegen. Onderweg. Maar ook als we een tearoom binnengingen, of een pub. En ook weer aan de ontbijttafel, in een volgende B&B. Dat kon je geen toeval noemen. Want waarom was in dat volle huis met al die gasten nou juist die ene tafel vrij gebleven, met die zes borden? Dat was bij Duncan en Linda. Hij in de keuken, eieren klutsen voor de scrambled eggs, en zij ronddelen en vragen of je tea of coffee wilde. Duncan, tegen wie Shirley zei dat ze bij het verlaten van de B&B de sleutel in de deur zou laten, waarop Duncan dan, als grapje, abrupt antwoordde, met zijn vinger als waarschuwing omhoog, waardoor Shirley haar zin niet kon afmaken: 'Uh, don't say this, don't mention the key, don't talk about it!' Dat was vast die Engelse humor die ze in dit land hadden.

Onze Amerikaanse vrienden.

We maakten foto's van elkaar. Hele leuke. En Don, die altijd vooropliep, maakte die foto van ons op de toren, de Broadway Tower. Waar ik aan jou vroeg of je met me wilde trouwen en jij ja zei. Dat wist Don niet. Die maakte gewoon een foto, van 'two happy people'. Nou, dat waren we. Nog happier dan hij toen wist op dat moment. Want hij stond onder aan de toren. En kon nooit zien wat er boven gebeurde.

Boven op de toren.

We waren de eersten die ochtend, de eerste twee, en op de tweede verdieping – of is het de derde, of noem je dat de tweede etáge? – wist ik dat ik het ging vragen aan jou, als we buiten waren, boven op de toren.

Dat wist Don niet.

En onze Amerikaanse vrienden – ze willen dat we naar Washington komen in hun grote land, we hebben een uitnodiging! – hoorden het als eersten, dat ik jou gevraagd had en jij ja zei. Dat was nadat we in dat Indiase restaurant gegeten hadden en zij daar natuurlijk ook weer binnenkwamen. Dat kon geen toeval zijn. Het moest zo zijn. Want zij bleven nog een extra nacht en dag in Chipping Campden en wij gingen verder de volgende dag. Ze móésten daar wel eten, daar wel langskomen, waar wij die avond aten. Anders hadden we nooit hun adressen gehad. En die foto van ons boven op de toren.

zondag 6 oktober 2019

Wandelen – de Cotswolds 3


We wandelen wat af, in de Cotswolds. Over paden en lanen, door weiden en akkers. Zacht glooiend. Een soft pillow landshape, zoals de dame het noemde bij de vier witte hekken die we passeerden – please close the gate – over het terrein van een paardenboerderij. De andere dame met wie zij was, had nog een vriendin gehad in Utrecht – ze sprak de plaatsnaam net zo keurig uit als haar high standard Oxford English – vertelde ze toen ze hoorde dat wij Dutch waren. Fleur Dijkstra. Haar vader was tandarts. Tandarts in Utrecht. Maar was zij nou geëmigreerd naar Amerika?