zondag 3 mei 2020

Een straatje in Parijs

Niek van der Plas, Stadsgezicht Parijs, 2017. Olieverf op doek, 38 x 46 cm.

De kunstenaar 'kan geen andere ambitie hebben
dan het onvergeetbare werk te creëren'.
(Jeroen Brouwers)


Uit dezelfde Parijse periode, ik bedoel dezelfde periode als van dat paviljoen in het Jardin du Luxembourg, is dit straatje van Niek van der Plas. Met weer dat licht in de achtergrond, dat ongrijpbare licht, waar je wel naartoe getrokken wordt maar niet bij kan. Is dat het geheim van de schilder? Ik weet het niet. Want ik zie nog meer. Al die mensen, in de straat en links op de terrassen. Met allemaal een lichtvlek op het hoofd. De zon. De zon die rechts het schilderij in valt, met mooie slagschaduwen, die de straat nog meer diepte, verte geven. Bomen die hemelhoog reiken en eindigen in een helblauwe naar groen zwemende lucht. Pure impressie. Bomen die de lucht kleuren. Bomen die de huizen, typisch Frans, nog hoger maken. Dat witte gebouw, wat verderop in de straat. Je zou er willen rondkijken, vertoeven. Aan alles zie je dat dit Parijs is, volgens de schilder ergens bij de Boulevard Saint-Denis. Maar dan nog, blijft het een impressie.
Typisch Frans is niet dat Franse vlaggetje – dat is te gemakkelijk –, wel de kiosk daaronder, de stoelen op het terras, van namaakrotan. Frans is ook de ober met zijn lange schort en zijn de goedgeklede Parijzenaars. Warm, met jassen. Zitten we in het voorjaar? Is het het einde van een mooie lentedag? De blaadjes aan de bomen zijn nog vers, lichtgroen. Frans is de reclamezuil,* de blinde muur daarachter. Vroeger zou je daar ook reclame op verwachten.

Er is nog iets aan de hand, en de schilder weet dit vast ook, want hou je het schilderij een beetje schuin, of makkelijker, kijk je er van de linkerkant tegen aan, dan zie je al die hoofden van al die mensen als een kleurige sliert, een waaier, hoe moet je het noemen, aflopend van breed naar smal. Wacht, laat ik de lezer van dit bericht een beetje helpen. Het valt niet mee het met de camera in beeld te brengen – het is stoeien met de scherptediepte –, maar dit is wat ik bedoel:


Zoals het stoeien is met de scherptediepte, is het dat ook met de kleuren. De kleuren van het schilderij aan de muur krijg je nooit hetzelfde op een foto. Je ziet dat al als je de foto's in dit blogje met elkaar vergelijkt. Het is maar net hoe het licht door de ramen valt, wat voor weer het is, een zonnige dag of een dag met regen, wat is de werkelijkheid? Het is als met de zee of met de lucht. Hetzelfde schilderij, hetzelfde plaatje, is iedere dag weer anders. En daardoor, juist daardoor, blijft het een plezier ernaar te kijken.

* Een zogenaamde 'Colonne Morris', genoemd naar Gabriel Morris, de drukker van theateraffiches. Ze bestaan al sinds 1868.

1 opmerking:

  1. Prachtig beschreven, Leendert. Zo ga je anders naar een schilderij kijken. Het is een beetje zoals Pierre Jansen het deed. Weemoed, nostalgie en dat mijmeren. Altijd dat mijmeren. Dat is wat dit soort kunst teweegbrengt. Heel mooi.

    BeantwoordenVerwijderen