donderdag 30 juli 2020

Rondje Oegstgeest


Of moet ik het een Tour d'Oegstgeest noemen? Want dit dorp is deftig. En dan heb ik het vooral over Oud-Oegstgeest, met zijn mooie villa's, gelegen in landelijk groen.

We hadden wel zin in een groene tocht dit keer, van bos naar bos, te beginnen in het Bos van Van Wijckerslooth, met ck en th. Toe maar!* Maar we sloegen dat bos nu toch maar even over om door de naastgelegen villawijk te kunnen wandelen. En dat is alsof je door een dorp in de Cotswolds loopt. Heerlijk! Engels! Met een bruggetje in de straat en tussen de huizen een vijver met een hekje eromheen en eenden, een pool. Je verzint het niet. Hier wil je wonen. De rust. Ik herinnerde me van een fietsritje een paar weken geleden nog dat huis op de hoek, het leek wel een boerderij, maar was dat niet. Het was een oude villa met strooien dak, met grote struiken blauwe en roze hortensia's ervoor. Een beeld dat voorbijschoot, op die fiets, in mijn ooghoek. Schitterend! En dan schit-te-rend met nadruk uitgesproken, in losse lettergrepen. Nu kwamen we er weer langs, lopend. En kon ik het vastleggen dat beeld, als die bloemen nog niet uitgebloeid waren. Ha, daar was het weer. Het zat nog op mijn netvlies.

Kasteel Endegeest.

Na het Bos van Van Wijckerslooth, met ck en th, zouden we het groen rond Endegeest pakken, het gekkenhuis. Onderweg huizen met erkers en balkonnetjes met baldakijnen erboven, hoe verzin je het. Alles in zomerse stemming. Rechts van de weg het gemeentehuis in paviljoen Rhijngeest, het staat nog boven de deur, vroeger onderdeel van het gekkenhuiscomplex. Paviljoen... er is geen ander woord voor zo'n gebouw. In het trappenhuis van het gebouw zitten nog tralies, mooie tralies, in jugendstil, zodat de patiënten niet naar beneden sprongen. Tegenwoordig kun je er trouwen, wat we dan ook gedaan hebben.

Land(je) van Bremmer.

Wat verderop kun je langs het vroegere Witte Huis, waar je rijexamen deed en wat nu een verzorgingstehuis is voor vermogende bejaarden, naar het kasteeltje van Endegeest wandelen. Descartes heeft daar nog gewoond, van 'Ik denk, dus ik ben' ('Cogito ergo sum'), een filosoof in het gekkenhuis, je verzint het niet (of juist wel). En Maarten Biesheuvel verbleef er, groot schrijver, vandaag overleden. Achter het kasteeltje loop je via de kwekerij van de inrichting over het Pad van Bremmer, langs het Land(je) van Bremmer, dat oude weiland, die groene oase, met koeien, schapen, een ooievaarsnest, tegenover het voormalige Zendingshuis Hendrik Kraemer aan de Leidsestraatweg**. Nu zagen we het weiland ook eens van de andere kant. Loop je het Pad van Bremmer af, dan kom je uit op de Nachtegaallaan.

De Leidse Hout.

Rechts van die laan ben je opeens in Leiden en wandel je via de Vogelwijk richting het Bos van Bosman, met het landgoed Nieuweroord, waar een paar jaar geleden nog de zusterflat van het Academisch Ziekenhuis stond, die ze gesloopt hebben en waar ze nu die oude villa van het landgoed weer aan het neerzetten zijn, niet terugrestaureren maar opnieuw opbouwen, met appartementencomplexen ernaast. Dat laatste hadden ze niet moeten doen. Want o, wat is hier gebeurd! Het ziet er vol uit, heel vol! Een 'benauwde veste', om met Vondel te spreken. Gek genoeg oogde het landgoed veel ruimer toen die lelijke zusterflat er nog stond. En in de tijd voor de zusterflat, met alleen die oude villa, was het natuurlijk helemaal prachtig. Nee, die appartementencomplexen zijn een miskleun van de eerste orde. Wie heeft dit bedacht? Het tennisbaantje waar prinses Juliana een eeuw geleden nog met de jongeheren van oude Nieuweroord een balletje opsloeg, heeft het in alle nieuwbouwdrift ook al moeten ontgelden. Een paar jaar geleden was het er nog en werd er ook nog getennist.

Kasteel Oud-Poelgeest.

Vanaf de bouwplaats steek je de Rijnsburgerweg over, ga je iets naar links en dan rechts langs de voormalige sportzaak van Wout Bergers en daarna weer rechts langs de Leidse Houtschool, een gebouw uit de jaren dertig in de stijl van die tijd, en dan links langs het Diaconessenhuis de Leidse Hout in. Langs de kinderboerderij en het theehuis en de grote vijver met muziektent. Dan rechts het voetpad en fietspad over – dit is de oude, smalle Haarlemmerdijk; moet je een keer overheen fietsen en meemaken als je in de buurt bent, zo smal tussen het water door –, het terrein van UVS over en langs de keet van IJsclub Oegstgeest via een bruggetje het terrein van kasteel Oud-Poelgeest op, waar Wim en Hendrike getrouwd zijn ('van een bruiloft komt een bruiloft', zie boven) en Boerhaave gewoond heeft. Twee kastelen en drie beroemdheden op één tocht. Van villawijk naar kasteel naar bos, naar weer een bos en naar weer een kasteel, waar vind je dat op deze oppervlakte? 9,3 kilometer op de teller, iets meer dan de helft van de vorige week, maar de wandeling was er niet minder om: een rondje Oegstgeest, met een randje Leiden.


* Hiermee bedoel ik: het kan niet op, zulke deftige combinaties van letters. 'Van Wijkersloot' had al mooi genoeg geweest.
** De straatweg/straat heeft hier eigenlijk twee namen: Leidsestraatweg heet het aan aan de kant van het voormalige zendingshuis, Geversstraat aan de kant van het weiland.

donderdag 23 juli 2020

Een beetje om – van Oegstgeest naar Katwijk en terug

We zaten lekker van ons appelgebak te genieten, toen Wilma opperde:
'Zullen we via de Zuidduinen langs de Soefitempel teruggaan?'

We hadden nog een bon van de bruiloft, voor bij de Sunset, en het was mooi weer. Weer voor een wandeling. En iedere dag dertig minuten wandelen is goed voor zowat alles, lezen we. Dus namen we de bekende route, via Oegstgeester Kanaal en Oude Rijn, om zo bij het strand uit te komen en die tent op de boulevard.
Sinds vorig jaar, toen we aan het oefenen waren voor de Cotswolds, had ik niet meer zo ver gelopen. 7,8 kilometer van huis naar zee. Heen en weer zou dat nog geen 15 kilometer zijn. Iets voor de avondvierdaagse of de Kippenloop. We zaten lekker van ons appelgebak te genieten, toen Wilma opperde: 'Zullen we via de Zuidduinen langs de Soefitempel teruggaan? Kan dat?'
'Wow! Het is een beetje om, maar het moet kunnen. Er is een pad, als je naar de meertjes gaat en dan linksaf langs die uitkijkduin met die bunker erop, dat je bij de watertoren uitkomt. En dan zo via Katwijk-Binnen en Rijnsburg terug.'
'Dan kunnen we achter de camping langs.'
'Waar we Louca nog een keer hebben gedragen omdat ze niet meer kon.'
'Och, Loucaatje. Ik mis haar wel hoor.'
'Zo oud was ze toen nog niet eens.'


We gingen op pad, over het pad over de zeereep en de boulevard en doken de duinen in. Dit zou dan de training voor het South West Coast Path (SWCP) worden, waar we ooit een stukje van gelopen hadden, van Newquay naar Penzance.* En dat we volgend jaar wilden vervolgen. Langs Polperro, van de puzzel, in ieder geval. Maar ook langs dat plaatsje waar Raynor Winn en haar man Moth nu wonen, Polruan, tenminste in dat boek (De wilde stilte), en Fowey, aan de overkant. Er groeien palmbomen. Zij hadden in het eerste boek (Het zoutpad) het hele kustpad gelopen. 1014 kilometer! Aan de hand van die optimistische wandelgids van Paddy Dillon: The South West Coast Path.
Maar dit wat wij liepen leek onderhand ook al wel een hele toeristische route te worden, door de duinen langs die tempel en de watertoren, langs een groepje tiny houses – had je die in Katwijk ook al?**  – met akkertjes eromheen, café 't Wachtje en molen De Geregtigheid in Katwijk aan den Rijn, het tolhuis aan de Sandtlaan, het graf van Floris V en de Vliet door Rijnsburg. Al die indrukken. Voor je het wist was je weer thuis. Zo liep je in duin, zo zat je weer in je tuin.


De werkelijkheid was dat we ons nogal op de afstand hadden verkeken. Het was flink om. Geen kleine 15 maar 18,3 kilometer. Die drieënhalve kilometer extra hakte er behoorlijk in.

* Ik lees in de link dat dat was in 2008. Volgend jaar al 13 jaar geleden. Het wordt tijd voor een inhaalslag.
** Ja, juist! Want big houses waren er onbetaalbaar.

vrijdag 10 juli 2020

Katwijks woordenboek... Tweede druk in de winkel!

Voor wie 'm gemist heeft... Een nieuwe voorraad!

Want dat het zo hard zou gaan, had niemand verwacht. De boeken vlogen bijna letterlijk de winkel uit. Het woordenboek heeft ondertussen in menig huis een plek gevonden en wordt er regelmatig opgeslagen. Wat een rijkdom!

Het Katwijks woordenboek geeft antwoord op tal van vragen. Zoals wanneer je lappe ken kakke of wanneer je zegt dat iemand Lààis haer heeft.* Of wat een kaemizooltje is of wat haelemedijtjies zijn. Of waarom de vuurtoren van Noordwijk de Gloeiende Spijker wordt genoemd. En wat de uitroep Wat haegemaeker! betekent. En dat je een strijkbout (en een natte doek) nodig hebt om de pisvauwe uit je brouk te krijgen en dat het weer buiten best te doen is als je 'n dròòge verlòòp hebt. Dan zal je in ieder geval niet verknettere. Het woordenboek vertelt ons ook wat het verschil is tussen een boekje en een boukje, dat ien toet mem uit het Frans komt en wat Truzelot en Alfred Hitchcock met elkaar gemeen hebben. Als je de bladzijden zo omslaat, merk je wel dat het woordenboek er niet vanzelf gekomen is, want voor de wind gaet 'n bos stròò.

Het Katwijks woordenboek is te koop in Katwijk bij Het BakenThe ReadshopPrimera en het Katwijks Museum, in Rijnsburg bij The Readshop, in Oegstgeest bij de Rijnlandse Boekhandel en De Kler, in Leiden bij Kooyker en De Kler, in Noordwijk bij Van der Meer, en verder natuurlijk in alle andere boekhandels in Nederland.

Daarnaast is het boek ook te bestellen bij uitgeverij Primavera Pers.

De prijs voor deze luxe gebonden editie – met linnen band en leeslintje – is slechts € 22,50 (deze aanbieding geldt tot 1 september, daarna wordt het € 24,90).

* Zie ook het Leidsch Dagblad van zaterdag 13 juni.